5.3.1 360-algemeen
U zet een aantal vragen of stellingen over organisatorisch functioneren uit onder collega's, zoals:
- Aanvaardt verantwoordelijkheid voor geleverde diensten en eventueel gemaakte fouten
- Begrijpt en gebruikt de informele kanalen van de organisatie
- Benut de inbreng van anderen in het eigen denkproces
- Blijft effectief functioneren onder tijdsdruk
- Blijft goed functioneren onder snel veranderende of belastende omstandigheden
- Blijft kalm bij tegenspel of persoonlijke verwijten
- Blijft meedenken en levert bijdragen, ook wanneer er sprake is van een direct eigen belang
- Doet iets om spanningen in een groep te verminderen
- Evalueert regelmatig de eigen aanpak en wat daarin anders en beter zou kunnen
- Formuleert concrete en meetbare resultaten die bereikt moeten worden
- Gebruikt zonodig verschillende communicatieniveaus
- Geeft collega`s op constructieve wijze feedback
- Geeft een helder beeld van wederzijdse verwachtingen
- Grijpt kansen
- Handelt anticiperend in plaats van afwachtend
- Handelt consequent volgens de beroepscode: wijst ander beroepsmatig optreden af
- Herstelt zich snel bij tegenslag of teleurstelling
- Houdt aan normen vast, ook wanneer dit voor zichzelf nadeel, spanning of conflicten met zich meebrengt
- Houdt bij het werk rekening met verschillen in bedrijfscultuur
- Houdt duidelijk rekening met positie en karakter van gesprekspartners
- Houdt rekening met zaken die op de langere termijn spelen
- Houdt zich aan de met de patiënt/klant gemaakte afspraken
- Is aanspreekbaar op eigen gedrag en/of gemaakte fouten
- Is op de hoogte van gebeurtenissen in andere delen van de organisatie en houdt daar rekening mee
- Kiest gemakkelijk verschillende werkwijzen om eenzelfde doel te bereiken
- Laat zien over een reëel inzicht in de eigen sterke en minder sterke punten te beschikken
- Maakt geen misbruik van macht, voorkennis of persoonlijke informatie
- Meldt gemaakte fouten en neemt uit eigen beweging stappen om de schade te verminderen
- Neemt het voortouw in discussies
- Neemt verantwoordelijkheid voor eigen handelen
- Raakt bij ernstige storing of fout niet in paniek
- Reageert in taal en lichaamshouding persoonlijk en betrokken
- Reageert snel en adequaat op verzoeken van patiënten/klanten
- Spant zich in een proces weer op gang te brengen of te versnellen
- Stapt af van een vooraf gemaakt plan om een beoogd effect beter of eerder te bereiken
- Stelt een realistisch actieplan op, benoemt de benodigde middelen, tijdpad, mensen, etc.
- Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang
- Stelt relevante prioriteiten en werkt volgens plan
- Treft in een verwarde situatie maatregelen om orde op zaken te stellen
- Verandert op het juiste moment van gedrag bij weerstand
- Vraagt feedback aan collega`s en reageert daarop adequaat
- Vraagt om persoonlijke feedback en doet er wat mee
- Vraagt uit zichzelf om nadere informatie
- Ziet en begrijpt (on)uitgesproken behoeften van andere teams of organisatieonderdelen
- Zorgt voor goede communicatie over ontwikkelingen en beslissingen naar alle belanghebbenden, ook buiten het eigen team.
Meer weten? Zie Feedback