2.1.3 Type uitsteller
Valerie
Valerie wil heel graag een goede dokter zijn, op alle 7 competentiegebieden. Ze volgt de ene cursus na de andere, leest boeken, doet online cursussen. Elke dag zegt ze tegen zichzelf in de spiegel “Ik kan het! Ik ben een toptalent”. Toch valt het elke dag weer tegen. Dat begint al bij de overdracht. Als er een patiënt met een ongewoon ziektebeeld gepresenteerd wordt en de opleider daar een vraag over stelt vindt Valerie dat ze het antwoord zou moeten weten, maar toch is dat niet zo. Ze twijfelt. Klopt het wat ik denk? Waarom weet ik dat niet? Na de overdracht duikt ze de boeken in, screent ze PubMed en UptoDate in. Ze zoekt en leest, terwijl ze op haar horloge kijkt. Ik moet naar e afdeling, visite lopen! Wat heeft het ook voor zin om verder te zoeken? Ik kan toch nooit het echte juiste antwoord vinden. Er zijn altijd anderen die net iets slimmer, handiger, of meer ervaren zijn dan ik.
Wouter
Voor de zoveelste keer zit Wouter achter de pc, om nu echt eens aan dat artikel te gaan werken. Hij heeft wel vaker stukjes geschreven, maar op de een of andere manier wil het nu maar niet lukken. “Kom op!”, zegt hij tegen zichzelf. “Je hebt ’t in je hoofd, gewoon hups, met die vingers op je toetsenbord kloppen.” Maar veel verder dan een loze inleidende zin komt hij maar niet. “Laat ik maar even koffie gaan halen”, denkt Wouter. “Dan kan ik mijn gedachten even op een rijtje zetten”. Als hij met zijn koffie weer achter de pc zit staan er 5 nieuwe mails in zijn inbox. Even checken. Pfff, notulen van de assistenvergadering. Tsja, die moet hij wel even goed lezen, want het punt wat hij daar inbracht vorige week, dat moet wel duidelijk worden gemaakt aan de bazen. En, shit, is het nu al weer eind mei? Dan moeten ook die rekeningen nog even betaald worden. En hij had ook zijn vriendin beloofd mee de stad in te gaan. Als hij weer thuiskomt bedenkt hij zich dat zijn opleider verwacht dat hij het artikel morgen zou inleveren. Hij werkt door tot na middernacht maar het eindproduct is broddelwerk.
Tom
Tom heeft zijn congresreis goed geregeld. De vlucht naar San Diego is geboekt, hij heeft ingeschreven voor het congres, en heeft tickets gekocht voor de extra sessies en workshops die hij wil bijwonen. En het declaratieformulier voor de kosten ligt al bij de leerhuismanager. Hij moet alleen nog zijn poster afmaken en een hotel boeken, maar dat kan wachten. Hotels zat in San Diego, bovendien wil hij graag zijn kamer delen met een collega, om kosten te besparen. In de weken daarna is hij druk met het maken van zijn poster, en op de afdeling. Het is een gekkenhuis. Alle bedden bezet, collega’s ziek, ’s avonds pas om 7 uur thuis, praatjes voorbereiden. De weken vliegen voorbij. Als hij aan het kijken is hoe laat hij volgende week op Schiphol moet zijn voor zijn vlucht naar Amerika bedenkt hij opeens: “Shit! Dat hotel!” Razendsnel klikt hij door naar een hotelboeksite, maar alle hotels downtown en in de buurt van het congresgebouw zijn al vol. Uiteindelijk blijkt het hotel dat hij boekt op een grauw industrieterrein te liggen, 5 km buiten de stad.
Welk type uitsteller ben jij? Test jezelf
Kruis voor elk item het antwoord aan dat het beste bij je past.
|
|
(bijna) nooit
|
Zelden
|
Soms
|
Vaak
|
(bijna) altijd
|
1
|
Als ik ergens tijd in stop, lukt het me
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
2
|
Oninteressant werk put me uit
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
3
|
Ik kom in de problemen omdat ik afgeleid word door een tijdelijk leuke activiteit
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
4
|
Als ik mezelf inzet boek ik resultaat
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
5
|
Ik wou dat mijn baan mij plezier gaf
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
Ik neem snel nieuwe taken op me omdat ze me leuk lijken, zonder na te denken over de lange termijn consequenties
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
7
|
Als ik maar genoeg mijn best doe heb ik succes
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
8
|
Mijn werkzaamheden lijken nutteloos
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
9
|
Als zich een verleiding voordoet kan de neiging om toe te geven intens zijn
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
10
|
Ik heb er vertrouwen in dat mijn inspanningen beloond zullen worden
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
11
|
Ik vind mijn werk saai
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
12
|
Mijn woorden en daden richten zich meer op korte termijn genot dan op lange termijn doelen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
13
|
Ik ben een vindingrijke doorzetter
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
14
|
Ik mis het enthousiasme om mijn verantwoordelijkheid te nemen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
15
|
Als een verleidelijke afleiding voorbij komt geef ik makkelijk er aan toe
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
16
|
Wat er ook voor problemen op mijn pad komen, ik zal ze overwinnen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
17
|
Als ik bezig ben met een saaie taak dwalen mijn gedachten snel af en vind ik het moeilijk gefocust te blijven
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
18
|
Ik vind het moeilijk om niet toe te geven aan leuke kansen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
19
|
Ik kan moeilijkheden overwinnen als ik me er toe zet
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
20
|
Ik vind mijn werk niet leuk
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
21
|
Ik kies liever voor klein genot op de korte termijn dan voor groter plezier op de lange termijn
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
22
|
Ik bepaal zelf of ik succesvol ben
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
23
|
Als ik iets saais aan het doen ben dwalen mijn gedachten af
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
24
|
Het kost me veel moeite om bevrediging uit te stellen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
Maak je score op:
Valerie score (verwac hting) 1 + 4 + 7 + 10 +13 + 16 +19 + 22
24 of minder: dan lijk je op Valerie
Wouter score (waarde) 2 + 5 + 8 + 11 + 14 + 17 + 20 + 23
24 of meer: dan lijk je op Wouter
Tom score (tijd) 3 + 6 + 9 + 12 + 15 + 18 + 21 + 24
24 of meer: dan lijk je op Tom
Verwachting (Valerie)
- Lage verwachting leidt tot veel uitstelgedrag (leefstijl)
- “learned helplessness” (Seligman)
o Bij chronische onbegrepen klachten (vermoeidheid)
o Verminderd zelfvertrouwen
o Een van de symptomen van depressie
Waarde (Wouter)
- Je stelt dingen uit die je niet erg leuk vindt
- Daarom gaan mensen vaak te laat naar de dokter
- 70% van nieuwe sportschoolabonnementshouders haakt binnen een jaar af
- Waarom is het altijd zo stervensdruk in de stad in de week voor Sinterklaas?
- Verveling
Tijd (Tom)
- Het is heel gewoon voor mensen om toe te geven aan verleidingen
- De tijd is belangrijkste reden voor uitstel (“kan nog wel later”), niet de beloning
- Impulsiviteit belangrijkste driver van uitstelgedrag; stapels wetenschappelijk bewijs voor
o Weinig plichtsgetrouwheid
o Weinig zelfbeheersing
o Afleidbaarheid
- Doelen op lange termijn zijn abstract en weinig tastbaar, doelen van vandaag zijn duidelijk en dwingend
- Hoe minder specifiek het doel (“meer trainen” ipv “halfuurtje hardlopen”) hoe groter de kans dat je het niet gaat doen